Muziek voor zes handen op één piano is een typisch piano ensemble repertoire dat bestaat sinds de ontwikkeling van de moderne piano. Composities voor drie spelers op verschillende toetsinstrumenten bestonden al in de 17e en 18e eeuw, in de tijd van onder meer het klavecimbel oftewel harpsichord, als voorloper van de piano. Voorbeelden zijn de harpsichordconcerten BWV 1063 en 1064 van J.S. Bach en het pianoconcert KV 242, het Lodronconcert voor 3 piano’s van W.A. Mozart.

Met de ontwikkeling van de moderne, grotere piano’s vanaf het begin van de 19e eeuw ontstonden er echter composities voor zes handen op één toetsinstrument, als originele werken of als arrangementen of transcripties van populaire werken. Een werk van dit type wordt onofficieel ook wel met ‘triet’ aangeduid, in tegenstelling tot ‘trio’, naar analogie van duo/duet om het verschil tussen twee piano’s en vierhandig op één piano aan te geven.

Net als pianoduetten (vierhandig oftewel quatre-mains) schreven leraren vaak zulke composities voor hun leerlingen. Wilhelm Friedrich Ernst Bach (1759-1845, kleinzoon van J.S. Bach), Carolus Antonius Fodor (1768-1846) en Cornelius Gurlitt (1820-1901) zijn een aantal van de vroegste componisten van zes-handig pianomuziek. 

In de 19e eeuw won salonmuziek voor zes handen aan populariteit. En vanaf het begin van de 20e eeuw werd ook de educatieve waarde van deze samenstelling steeds meer erkend door leraren, pedagogisch componisten en uitgevers. Composities uit deze tijd kregen ook weleens als subtitel “De drie zusters” of “De drie amateurs”, om aan te geven dat het voor thuis was bedoeld om met familie en vrienden te spelen.

Hét grote voorbeeld zijn de twee stukken van Sergej Rachmaninoff, Valse en Romance, die hij geschreven heeft voor de zussen Natalya, Lyudmila en Vera Skalon, met wie hij zomermaanden doorbracht op landgoed Ivanovka. Deze stukken bevatten overigens een passage die Rachmaninoff later heeft gebruikt in zijn 2e pianoconcert.

De woorden van componist John Pitts (1976 – ), die het woord ‘Triet’ heeft bedacht: “Triets vereisen van de pianisten grote coördinatie, precisie en ensemblevaardigheden, en een zeer zorgvuldig luisteren en gevoeligheid. Het medium zorgt voor een groter samenspel tussen verschillende lagen, rijkere harmonieën, het potentieel voor een grotere verkenning van de sonoriteiten en texturen van de piano.”

Het vereist dan ook de nodige onderlinge afstemming:


Een aantal van deze punten geldt uiteraard ook voor quatre-mains spel, maar met zes handen luistert het nóg nauwer dan met vier.

Als bijdrage aan de sterke opkomst van pedagogische werken voor dit genre hebben ook componisten uit de moderne tijd zeer passende werken geschreven, zoals Noël Lee (1924-2013), George Crumb (1929-2022), Peter Schickele (1935-) (voorbeeld) en Alexander Peskanov (? – ) (voorbeeld). En in dat rijtje past ook Ilja Hurnik (1922-2013), waarvan ik met twee andere leden van de Quatre-mains club Den Haag een vierdelige suite voor zes handen heb gespeeld.

6-handig pianospel door Hans, Francisca en Anneke

Op deze website is een greep uit de bestaande werken voor zes handen op één piano te vinden.

Onder deze links is bladmuziek te vinden voor zes handen op één piano:


Aan de lijst van werken kan in elk geval nog worden toegevoegd:

John Pitts for Six hands
Uit: Are you going? voor zes handen van John Pitts.

Op YouTube zijn van deze werken over het algemeen diverse opnames te vinden. In de loop van de 21e eeuw hebben zich verschillende virtuoze uitvoerende drietallen gevormd.

Toevallig had ik, voordat wij aan Ilja Hurnik begonnen, van de Belgische componist Henri van Gael (1846 of 1860 – 1918) Valse Berceuse (opus 89) uit Morceaux Choisis voor zes-handig piano al in bezit. Deze componist schreef vooral eenvoudige salonmuziek voor piano. 

Piano 6-handig
Piano 6-handig