Aangezien ik de neiging heb om lang achterelkaar te studeren, zonder voldoende pauze te nemen, houd ik er soms een stijve nek en rug aan over. Gelukkig gaat dat (nu nog) voorbij zodra ik andere dingen ga doen. Maar daarom was ik wel nieuwsgierig naar de Alexandertechniek. Ik had er al eens over gehoord, dat het je houding en ontspanning te goede zou komen. Nu had ik de gelegenheid om aan een (bescheiden) cursus van twee middagen mee te doen. Overigens is het niet speciaal gebonden aan musiceren, Alexandertechniek is ook toepasbaar op andere activiteiten, en bruikbaar in het dagelijkse leven zoals op het werk.
De cursus is gegeven door Gilles Rullmann. Gilles is zeer veelzijdig. Behalve musicus is hij nog veel meer, hij noemt zichzelf een generalist. Hij past Alexandertechniek ook toe op sporten.
Als u op het internet zoekt naar Alexandertechniek dan komen er snel informatieve sites naar boven.
Ik denk dat ik er veel profijt van kan hebben, mits ik er maar dagelijks aandacht aan besteed. En dat is niet eenvoudig, je keert zo snel terug in je oude gewoonten….
Ik heb onder andere geleerd:
- De juiste houding aan te nemen, met name de stand van de nek t.o.v. wervelkolom. Voel verbinding via de stoel met de grond, probeer je langer te voelen. Dit helpt om een stijve rug en nek te voorkomen. Ga in gedachten naar de uiteinden van je vingers en tenen. Als de houding goed is heb je meer bewegingsvrijheid voor je armen. Je langer voelen kun je ook helpen door regelmatig yoga te beoefenen.
- Een andere houding kan zorgen dat je je rustiger en zelfverzekerder voelt. Dit kan van pas komen bij bijvoorbeeld optredens. Het gaat hierbij om de verbinding tussen het lichaam en de geest. Veel mensen weten wel dat jouw denken en voelen invloed heeft op jouw lichaam. Maar andersom werkt het ook! Door een andere houding ga je je anders voelen.
- Het belang van even stoppen om onze gewoontepatronen te doorbreken, zodat we “richting kunnen geven”, een bepaalde intentie kunnen meegeven aan een activiteit. Denk aan punt 1, sta even stil bij de balans van je hoofd boven je voeten of bekken. Men noemt dit ook “jezelf reorganiseren”. De relatie van je nek, hoofd en rug zijn cruciaal.
- In het verlengde van het vorige punt: een andere studiemethode aan te wenden, die helpt om korte, moeilijke passages efficiënter in te studeren. Speel niet continu achterelkaar maar onderbreek steeds je oefening. Tijdens de onderbreking denk je aan niets, of beeld je de passage in, zoals je deze wilt oefenen. Speel dan pas weer, doelgericht, de passage. Naast het voordeel van de efficiëntie voorkomt dit al een stijve rug en nek. Als je speelt, speel daarbij ook met een ruimere blik (en ‘oor’): wees je bewust van je houding, van je omgeving, de ruimte waarin je speelt. Stel je je voor dat er publiek zit, hoe zou het voor hen overkomen? Luister naar de klank. Je hebt allerlei manieren en vormen om hiermee aan de slag te gaan.
Het komt er op neer dat je meer bereikt met minder inspanning, doordat je de focus houdt op het doel van je activiteit en niet op hoe je je doel moet bereiken. Bijvoorbeeld: bij het strikken van een veter bedenk je niet dat je eerst de uiteinden van de veter elk in een hand vasthoudt, dan ze langs elkaar moet leggen, vervolgens de ene om de andere draait, dan vast moet trekken, van de ene kant een lus maakt etc. Dan krijg je het niet voor elkaar. Alle handelingen gaan in één moeite zonder erbij na te denken, je hebt alleen als doel dat je veter is gestrikt. Je lichaam weet vervolgens hoe je dat moet doen.
Zo kun je ook muziek benaderen. Door bovenstaand in acht te nemen en daarbij in te zoomen op korte, lastige passages krijg je deze sneller en met minder inspanning onder de knie. En ook als je het eenmaal onder de knie hebt kost het je minder inspanning om het te spelen doordat je je focus houdt op het doel van je actie en niet op de manier hoe je het doel bereikt.
Bijvoorbeeld als je op de piano met één van je handen octaven, of andere intervallen of akkoorden speelt, en daarbij ook nog eens sprongen van een kwint of van een octaaf moet maken dan leg je focus op het doel: het interval of akkoord dat op een andere positie ligt. Hou focus op waar die positie precies is, hou mentaal contact met je vingers (denk deze langer) en denk niet ‘deze afstand moet ik overbruggen’, nu moet ik ….. elleboog naar buiten, hele arm meenemen bijvoorbeeld. Of je moet iets heel dolce spelen, maak je dan een voorstelling van hoe je de passage wilt laten klinken in plaats van te denken: “Nu moet ik zacht de toetsen indrukken, in de toetsen blijven, soepel mijn arm/pols meebewegen etcetera.”
Soms, als je een nieuwe techniek eigen moet maken is het natuurlijk noodzakelijk om in details te treden. Je moet het een keertje leren (zoals je ook hebt geleerd om je veters te strikken) en dan moet je er wel aan denken hoe je je arm beweegt, je handen houdt, hoe je je vingers optilt of je pols draait. Maar op zeker moment weet je lichaam het en kun je deze fase waarin je je op de details focust overslaan.
Dit is wat Alexandertechniek behelst: je leert de communicatie tussen je brein en de rest van je lijf bewust te (re)organiseren. Door even te stoppen voor je een actie uitvoert heb je gelegenheid om richting te geven aan jouw actie. Focus op wat je wilt en niet op hoe je het moet doen. Meestal komt dat erop neer dat je jezelf de mentale opdracht geeft om minder te doen. Door bovendien jouw lichaam (nek, wervelkolom) in de juiste stand te houden heb je meer bewegingsvrijheid voor je armen waardoor minder inspanning nodig is en de kans op blessures kleiner wordt.